Afkicken

Na afgelopen zaterdag en zondag in Santiago te zijn gebleven, zijn we maandagochtend met een huurauto richting Porto gereden. Slechts 225 km vanaf Santiago. Onderweg besluiten we niet direct naar Porto te gaan, maar het eerste stadje vanaf de snelweg aan te doen. Dat wordt uiteindelijk Vila do Conde, waar ter ere van een katholieke heilige bovendien de hele week feesten zijn. Bontgekleurde slingers hangen aan de oude huizen en de balkons. Op de pleinen staan een soort van kerststallen (compleet met schaapjes) met de heilige voor wie dit allermaal wordt georganiseerd. Het doet een beetje kitsch aan, maar dat hoort er hier bij.

Via het lokale touristenbureau krijgen we de adressen van een aantal hostels. Bij het eerste kunnen we al terecht. Voor 40,- een tweepersoonskamer met ontbijt is geen geld.

Na wat informatie ingewonnen te hebben, besluiten we naar het strand te lopen. Een grote baai met rotsen en een azuurblauwe zee, waar je in kleine rustige strandtentjes kunt genieten van de zee en de mooie omgeving. Voor het geld hoef je de koffie of welke andere consumptie dan ook niet te laten staan. We betalen 0,90 voor een kopje koffie op een superlocatie en krijgen nog hele vriendelijke bediening op de koop toe.

image

Zo brengen we de hele maandag al slenterend door om rond een uur of 7 naar een restaurant te gaan, waar we een tapasschotel eten die we beiden niet snel zullen vergeten. Super lekker. Alles huisgemaakt, varierend van gefrituurde visbolletjes tot smakelijke brochetta’s en vleeshapjes. Meer dan genoeg voor twee uitgehongerde toeristen. Ook de sangria smaakt prima 🙂

De volgende dag lopen we s’ochtends weer richting het strand. Daar zien we een aandoenlijk tafereel: de kinderen van de lokale lagere school gaan allemaal naar het strand. De verschillende klassen hebben allemaal gekleurde hoedjes op. De oudere kinderen hebben eenzelfde kleur t-shirts aan. Zo kunnen de juffen snel zien of een van de kinderen uit hun klas bij een andere groep zit of niet. Na een uurtje spelen aan zee, gaan ze allemaal op hun handdoekjes zitten en eten een stuk fruit en een broodje. Het gaat er zeer gedisciplineerd aan toeimage

Vanaf Vila do Conde gaan we naar Porto. Inmiddels is het erg warm geworden. We vinden ook nu een prima hostel voor 48,- met ontbijt. Midden in het centrum van Porto, op loopafstand van alle bezienswaardigheden. Porto is een stad met een historisch centrum, gelegen aan de monding van de rivier de Douro. Langs de kades is het gezellig druk en op het water varen toeristenboten een soort van 6 bruggen cruise (what’s in a name). De boten lijken op opgeblazen gondels, maar zijn gemotoriseerd en maken een hoop herrie.

Na het rustige van Vila Conde is het wel effe wennen aan de drukte en de herrie van zo’n grote stad. S’nachts houden de meeuwen ons uit de slaap. Na dag 1 alle bezienswaardigeheden te hebben bezocht, besluiten we de tweede dag de stad per fiets te gaan bezichtigen. We fietsen eerst langs het strand richting de haven en proeven nu het echte Porto. Gezellige straatjes met visrestaurantjes, de vismarkt, waar de vrouwen proberen buiten de poort wat bij te verdienen door verse vis te verkopen en niet te vergeten een oneindig lijkend strand met mooie plekken om te zitten. Na hde strandroute te hebben gefietst besluiten we de portbuurt te gaan bezoeken. Hier liggen alle grote porthuizen dicht op elkaar en het krioelt er dan ook weer van de toeristen. Snel weer vanaf de Eiffel brug (ja, van de hand van de architekt van de Eifeltoren), gaan we weer de authentieke straatjes in, waar we vervolgens bij een onooglijk cafeetje blijven hangen om ons te vergapen aan de lokale bewoners die hier allemaal hun biertje en wijntje komen nuttigen. We nemen twee glazen witte port (van de categorie lekker en veel) en drinken vervolgens de beste sasngria van Porto (altrhans volgens de eigenaar) die ons ook nog een liqeurtje komt laten proeven. Helaas moeten we weer veel te vlug richting Santiago vertrekken, waar we nu in de luchthaven op ons vliegtuig wachten.

Straks weer in het eigen bed slapen. Geen meeuwen, geen toeristen en geen Camino meer. Ben benieuwd hoe het normale leven me gaat bevallen……

Santiago de Compostela

Dag 29 Palas de Rei – Santiago 67km

Gisterenochtend met opzet wat vroeger opgestaan. Ik wilde in ieder geval rond een uur of 10 in Santiago zijn. Dan zou Petra wel al zo ongeveer hebben ingechekt en kon ik vervolgens het plein oprijden waaraan de cathedraal ligt. Om 7 uur zat ik op de fiets. Het regende ook nu, maar het was gelukkig niet koud. Om even over 7 kreeg ik een sms’je van Petra dat de vlucht 2 uur vertraging had. SHT. Het vooruitzicht om met dit weer te temporiseren was niet geweldig. Ik besloot dan maar om wat vaker en langer pauze te nemen. Lekkere verse koppen koffie (americano) met grote croissants, ik geloof dat ze bollerias heten (vet, maar alle voeding lijkt sowieso direct te worden omgezet in kilometers 🙂 ) en zelfgemaakte taartjes. Het lijkt of alles hier uit eigen keuken komt en smaakt steeds voortreffelijk. Dat ga ik zeker missen als we weer in Nederland terug zijn.

Na een kilometer of 10, ik reed toen bergaf, stond aan de overzijde bergop in het halfdonker een rolstoel met rode knipperlichten stil aan de kant van de weg. Ik zag dat de rolstoeler zijn stoel aan het controleren was. Hij had zijn helm afgezet, dus er was waarschijnlijk iets aan de hand. Uiteraard ben ik omgedraaid en ben naar hem toe gefietst. Hij zette net voordat ik hem bereikte weer zijn helm op en draaide de wielen op gang. Desgevraagd gaf hij aan het probleem weer te hebben opgelost en vervolgde hij zijn weg. We wensten elkaar ‘ bon camino’ en ieder ging zijns weegs. Met een gevoel van diep respect voor hetgeen deze man met zijn geamputeerde benen presteerde, vervolgde ik de camino. Onderweg werd het steeds drukker met fietsers en wandelaars. Zo passeerde ik twee grote groepen schoolkinderen met de leraren ervoor en erachter lopend, die de laatste 100km van de camino liepen. Veel te missen hadden ze niet op dit vroege uur in de kou….

De fietsers onderweg waren op een na allen Spanjaarden die dit ook als een soort van weekend uitje doen en ‘maar’ 200km hoeven te fietsen voor hun certificaat. Ieder het zijne, zullen we maar zeggen.

Na de derde kop koffie en dito bolleria kreeg ik het idee om Petra te verrassen in de aankomsthal van de luchthaven. Nog een keer het gas er op en even voor 11 uur kwam ik in de terminal aan. Helaas was Petra toen net vertrokken met de taxi richting hotel. Ik had haar gezicht wel willen zien…..

Vanaf de luchthaven is het nog een dikke 10km tot het centrum. In die laatste kilometers gaat er weer van alles door je heen. Flarden van de tocht en de laatste dagen. Ook probeer je je een voorsteling te maken van hoe het is in Santiago. Nu is er de laatste tijd veel media aandacht voor Santiago in Nederland, dus bij de kathedraal en het plein had ik wel een bepaald beeld. De opkomst op het plein werd al van verre ingeluid door de klanken van Spaanse doedelzakblazers (niet alleen in Schotland dus) en het sonore geluid van grote trommels. Deze bleken direct onder een boog voor het plein te staan om de pelgrioms te verwelkomen (en ongetwijfeld ook om een zakcentje te verdienen). De laatse meters kon ik door de drukte niet fietsen en kwam dus lopend het plein op. Petra had zich achter een grote pilaar verstopt, dus juist toen ik haar wilde bellen kwam ze achter mij staan en verraste me met een foto. Na een warme omhelzing volgden al snel de tranen. Zo hebben we samen enige tijd op het plein gestaan en de taferelen aanschouwd. Veel fietsers op dit vroege tijdstip, enkele wandelaars, toeristen,, bedelaars (heel veel bedelaars), mensen met reclame voor allerlei zaken, waar je op dat moment overigens helemaal geen zin in hebt. Ik wilde zo snel mogelijk mijn certificaat/diploma halen en douchen. Dus op naar het gigantische gebouw voor pelgrims, waar professionele bewaking de stempels op het credential bij de ingang controleert en waar je vervolgens in een rij van een man/vrouw of 40 aansluit. Met 13 loketten gaat het redelijk snel (het lijkt net het gemeentehuis, maar dan veel sneller -sorry Godi-) en na een halfuur sta ik weer op straat. De mijnheer achter mijn loket kan Sittard-Geleen niet op zijn pc vinden, dus ging maar af op hetgeen ik hem aan kilometers opgaf.

image

Vervolgens zijn we, na een stevige pot bier te hebben genuttigd (had ik geloof ik wel verdiend) samen naar het hotel gelopen (op een paar honderd meter van het centrum) en zijn we, na te hebben gedoucht, de stad in gelopen. Hier ademt alles de camino uit. Van souveniers tot gebruiksartikelen, kleding, ja zelfs het eten: alles staat in het teken van die ene weg. Ik kan het niet laten en scoor ook een paar bruikbare snuisterijtjes, die we op een terrasje gaan bekijken. We zitten nauwelijks of daar komt de (gisteren) verkleumde Amerikaan (Eric) op zijn Schwinn racefiets aanlopen. Heeft hij net de Camino beeindigd en wil met vrienden een koffie drinken aan het tafeltje naast ons!

We praten uiteraard samen over de helletocht van gisteren. Hij heeft het advies van de militair opgevolgd en is met openbaar vervoer naar Sarria gereisd, waar hij de hele middag heeft liggen bijkomen in zijn hotelkamer. Daar hoort hij ook dat het die nacht heeft gesneeuwd op ‘onze’ berg….. Wat een toeval dat je elkaar dan weer tegenkomt.

Datzelfde gebeurt overigens vandaag met Chantal, een Francaise, met wie ik in Saint Jean Pied de Port samen de berg naar Roncevalles ben opgefietst. Ze bedankt me nogmaals hartelijk voor het gezelschap en de steun onderweg..

Vanochtend proberen Petra en ik ook de kathedraal in te komen, maar het is zondag dus er zijn volop missen aan de gang. Ik wil tenslotte nog een paar kaarsjes opsteken. Als we dan na enige tijd te hebben gewacht heel even de kerk in mogen, blijken daar alleen kaarsjes op batterijen te staan. Je moet dan 10 cent in een automaat gooien en dan gaat er een lampje branden. Mij niet gezien… Ook wordt ons, na enkele minuten binnen te zijn geweest samen met nog heel veel ander mensen, gevraagd om zo snel mogelijk de kerk weer te verlaten om de kerkdienst die volgt (naar verluidt is deze dienst met 400,- gesponsord, een reden voor de priesters om met het wierookvat te gaan zwaaien) niet te storen, dus enigszins gefrustreerd staan we direct weer buiten. Ook in de kerk heeft de commercie meer dan zijn intrede gedaan..

We besluiten dan naar een ander kerkje te lopen, ca 100 meter van de kathedraal. Daar is niemand en kunnen we onze kaarsjes aansteken. Lekker rustig en zonder pracht en praal zitten we even op het bankje voor het altaar en gaan onze gedachten uit naar eenieder die we een warm hart toedragen. Petra vraagt me overigens daarna wat ik van de camino vond en of ik nog eens zo’n tocht wil maken. Over beide zaken wil ik een paar dagen nadenken. Mijn gedachten zal ik ook weer aan het blog toevertrouwen, dat overigens inmiddels al meer dan 10.500!!!! keer is bezichtigd. Ongelooflijk hoeveel mensen meelezen. Ik wordt er in ieder geval een beetje stil van.

image

Na de kerk bezocht te hebben gaan we richting een cafe, waar alleen maar Spanjaarden zitten. Daar overvalt me voor het eerst een vakantiegevoel. We zitten op een terras aan de sangria en tapas. De lucht is blauw en de sfeer gezellig. Even voel ik me weer een normale toerist…..Morgen gaan we voor een paar dagen met een huurauto naar Porto. De stad ligt op 200km van Santiago, dus goed te doen. Ik zou het zelfs kunnen fietsen, maar, hoewel ik het niet heb gevraagd, krijg ik voor dat idee van Petra zeker geen applaus 😉

Bijna

Dag 28 O Cebreiro – Palas de Rei 97 km
Gisterenavond heb ik mijn noodvoorraad eten opgemaakt. Een blikje tonijn, een pakje noedels en een wielrennersgelletje. Ik heb ze toch niet meer nodig dus is het maar beter alles op te maken. Ook had ik nog wat brood over. Verder nog enkele vitaminetabletten gepakt.

Gisterenavond ben ik om half tien gaan slapen. Er waren diverse mensen oververmoeid van de inspanningen van de dag en er werd vannacht door deze en gene flink gekucht. Ik heb vannacht prima geslapen en stond om 6.15 op met de wandelaars om te constateren dat het weer nog slechter was dan gisteren. Regen, regen en nog eens regen. Buitengekomen was het 5 graden en bijzonder mistig. Ietsje warmer dan gisteren, maar met wederom een stevige bries. Samen met 3 Spaanse fietsers en een Amerikaan laadde ik mijn spullen weer op de fiets en vertrok. Eerst een paar kilometer klimmen, dus lekker warm geworden. Daarna volgde weer een lange afdaling. Van plastic zakjes had ik een geïmproviseerde regenbroek gemaakt die in ieder geval mijn bovenbenen en knieën bedekte en ook daadwerkelijk warm hield. Ook de plastic zakjes van de aardige serveerster van dag 27 heb ik weer om mijn handen gedaan.

Gelukkig maar, want aan het einde van de afdaling van 15 km was ik behoorlijk afgekoeld en besloot weer het eerste het eerste het beste cafe aan te doen voor een kop koffie. Ik was niet de enige: de 3 Spaanse mountainbikers zaten bibberend aan een grote koffie en even later kwam ook de Amerikaanse fietser binnen. Volgens een eveneens aanwezige Britse ex militair was hij onderkoeld. Zonder uitrusting van betekenis zag hij blauw van de kou, bibberde hevig en kwam niet meer bij, ondanks enkele kopjes koffie. Hij kreeg het advies van de Brit om niet meer verder te fietsen. Of hij het heeft opgevolgd weet ik niet, want ik vertrok met de drie Spaanse fietsers. Inmiddels was het iets minder hard gaan regenen en gezamenlijk fietsten we naar Sarria, een kilometer of 20 verder. Heerlijk in zo’n groepje. We hadden bij benadering zo’n beetje dezelfde snelheid. Zij besloten in Sarria dat het goed was voor die dag en na wederom een gezamenlijk kop koffie bedankte ik hen voor het gezelschap en vertrok voor het 50km verderop gelegen Palas de Rei.

De route was goed te doen met nog enkele stevige klimmetjes onderweg. Wel werd het steeds drukker met fietsers en lopers. Het is te merken dat Santiago nadert, want richting Palas de Rei was het een grote file van lopers op de weg, die bovendien niet opletten op achteropkomend verkeer. Attent fietsen dus. Op enig moment moest ik bergaf in een bocht echt stevig remmen om op tijd stil te komen achter een groepje oudere dames. Ik schat ze royaal boven de 70. Hadden waarschijnlijk het gehoorapperaatje niet aan staan. Het weer werd allengs gelukkig beter en rond een uur of 12 regende het niet meer. De temperatuur bereikte de prettige waarde van 15 graden en de wind ging liggen.

Ik zit nu in Palas mijn blog bij te werken. De laatste avond op de camino….. Nog 68 km tot Santiago (gisteren schreef ik abusievelijk op het blog dat Santiago nog 135km was, dat moest zijn 153km). De herberg is in tegenstelling tot gisteren (100 bedden en vol) weer iets kleiner. In totaliteit zijn er 4 kamers met ieder 7 bedden.

Vanmiddag heb ik in het stadje een T shirt gekocht met daarop alle namen van de plaatsen aan de camino in Spanje, de zogenaamde camino Frances. Allerlei herinneringen en gedachten komen dan weer bovendrijven. Mooie ervaringen. De ontberingen van de afgelopen dagen liggen nog vers in het geheugen, maar vervagen al weer langzaam. Ik ben heel benieuwd hoe het morgen in Santiago is en verheug me op het weerzien met Petra. Samen gaan we nog een paar dagen genieten van hopelijk beter weer. Ik hou jullie toch maar op de hoogte. Zonder vermelding van de details uiteraard…..

Bar en boos

DAG 27 Rabinal del Camino – Ocebreiro 94km

Vanochtend om een uur of half 8 ging ik naar buiten om de fiets vol te pakken. Het regende toen al. Eerst zachtjes, later kwam het met bakken tegelijk de hemel uit. In Rabinal was het bij vertrek 5 graden. Niet echt prettig met een korte fietsbroek en een regenjas. Het vooruitzicht om meteen bergop te kunnen fietsen beviel me dus wel, want dan wordt je in ieder geval goed warm.

Helaas was het ook nog behoorlijk winderig en naar mate dat ik hoger kwam werd het zicht ook minder. Het is dat het cruz de fer zo dicht langs de weg ligt, anders had ik het zeker gemist.

Omhoog fietsend, voordat ik bij het cruz aankwam, bedacht ik me waarom en voor wie ik mijn kleitablet daar achter liet. Het vooruitzicht dat ter plekke nog te moeten bedenken, met een temperatuur van 2 graden (zo koud was het boven), was namelijk niet erg aanlokkelijk. Een half leven trekt dan in gedachten aan je voorbij. Zoveel mensen die iets voor je hebben betekend (of nog betekenen) en zoveel dingen waarvan je zelf afstand wilt nemen….

Na 8 kilometer klimmen kwam ik bij de iedere dag groeiende berg stenen en legde ik mijn kleine bijdrage daarbij. Even schoot ik vol om dan toch weer snel op mijn fiets te kruipen, want ik moest een kilometer of 15 dalen en wilde niet al te zeer afkoelen.

Was het omhoog fietsen nog aangenaam ondanks de weersomstandigheden omdat je in ieder geval warm blijft, het dalen was een drama. Mijn winterhandschoenen en rainlegs had ik teruggestuurd in Saint Jean en zonder overschoenen of extra bescherming voor de benen was het onvoorstelbaar koud om met 40 km per uur (harder durfde ik niet met dit weer) naar beneden te denderen.

Ondertussen schoten overigens de taxi’s gevuld met lopers en fietsers, die de dag van vandaag niet wilden ondergaan, met grote vaart de berg op en neer. Onvoorstelbaar. Het zou verboden moeten worden. Niet alleen omdat je volgens de traditie de hele weg moet ondergaan zoals ie komt, maar ook omdat de taxichauffeurs als idioten rijden en de pelgrims in drommen aan de linkerkant van de weg lopen. Dan is een fietser met een geel jasje aan de rechterkant van de weg een kwetsbare prooi. Ik moest dan ook diverse keren alert reageren.

Na een kilometer of 8 dalen was ik zo koud dat ik het idee had niet meer alert genoeg te zijn en stopte ik bij het eerste het beste restaurant. Gelukkig was het open en ik bestelde een warme thee. Blijkbaar maakte ik een desolate indruk op de vriendelijke en charmante serveerster, want niet alleen kreeg ik het door mij bestelde kopje thee, maar ook nog een tweede kop en een stuk zelfgemaakte taart. Verder gaf ze me een paar grote plastic zakken, waar ik onderweg mijn handen in moest doen. Bleven ze lekker warm. Ik weet niet of het aan de thee of het plastic (of aan de serveerster) lag, maar toen ik buiten kwam leek de lucht wat geklaard en voelde het niet meer zo koud aan… Fijn als mensen je helpen om zo’n barre dag door te komen.

Toen ik uiteindelijk zo ongeveer beneden was, had ik door de kou de behoefte flink door te trappen. Op dat moment kwamen er een viertal Spaanse mountainbikers van de categorie: licht, goed getraind, geen bepakking en erg dure fietsen uit een zijstraat gereden en ik besloot me bij hen aan te sluiten. Ze keken me wat vreemd aan met mijn relatief zware fiets en dito bepakking, maar vonden het prima dat ik in hun waaier plaatsnam. Zo reden we een kilometer of 5. Ik vertelde wat over de tocht en waar ik vandaan kwam. Dat vonden ze bijzonder. Op enig ogenblik begon de weg weer stevig omhoog te gaan. Een van de Spanjaarden besloot dat ie er vandoor wilde gaan, een andere volgde. Twee anderen hadden er blijkbaar geen zin in, maar ik had ook wel zin in een verzetje. Ik ben tenslotte ook aan de camino begonnen omdat het een sportieve uitdaging is en vind het af en toe lekker om flink door te trappen.

De twee gingen er als een haas vandoor en ik kon ternauwernood aansluiten. De voorste van de twee vond op gegeven moment dat het lang genoeg had geduurd en schakelde nog een tandje bij. De tweede kon hem niet meer volgen, maar echt ver weg kwam nummer een ook niet. Nummer twee wilde mij kwijt raken en schakelde ook nog een paar keer omhoog. Op enig moment, zo halverwege de klim, moest ik hem laten gaan, maar even verder zag ik dat hij vertraagde. Misschien had hij zichzelf opgeblazen dus langzaamaan kwam ik weer dichterbij. Toen ik aan zijn achterwiel kwam kon ik nog een keer versnellen en ging hem voorbij. Het verbaasde gezicht van hem was goud waard… Toen besloot ik ook een Tom Dumoulin – Chris Froome (ronde van Spanje 2015, ik geloof rit 15 of zo) actie in te zetten (sorry voor de belediging Tom, maar het is een van mijn kippenvelmomenten uit het Nederlandse wielrennen van de afgelopen 10 jaren) en nummer 1 in te halen. Dat lukte me net voor de top jammer genoeg niet meer, maar ik had zoveel snelheid dat ik hem direct na de top alsnog voorbijging. Ook hij keek me aan of ik opgestaan was uit de dood. Geweldig, maar ik zou dit later nog bezuren 😦

Na enige tijd scheidden onze wegen weer, maar ik was lekker opgeschoten. Om een uur of 12 had ik 70 kilometer er op zitten, inclusief een bezoek aan de bakker en het lokale touristenbureau voor een stempel.

Ik wilde vandaag in ieder geval op hoogte eindigen en besloot dan ook de per saldo ca 1.000 hoogtemeters naar Ocebreiro te fietsen. Als route koos ik voor een kort alternatief met een relatief hoog stijgingspercentage. De gewone route loopt over de doorgaande grote weg en is veel geleidelijker. Maar vandaag kon ik voor mijn gevoel alles aan, dus waarom niet?

Dat was mijn eerste fout. De tweede fout maakte ik toen ik door de navigatie een bospad werd opgestuurd en besloot om te keren om een andere weg te zoeken. Ik dacht deze gevonden te hebben en besloot naar boven te fietsen. Na 4 kilometer klimmen schoot me plotseling te binnen dat er weleens geen verbindingsweg tussen dit dorp en mijn eindbestemming zou kunnen liggen en inderdaad, na de GPS te hebben geraadpleegd, klopte dat ook nog. SHT!!!!!!

Er zat niets ander op dan maar weer om te keren en alsnog het bospad in te gaan. Al die hoogtemeters voor Jan met de korte achternaam!! Mijn enige beloning van deze omweg was dat ik een flinke vos bij een bocht verraste die me even verschrikt aankeek en snel het bos in vluchtte. Tot overmaat van ramp begon het weer hard te regenen en de temperatuur daalde ook weer naar eng lage waarden. Langzaam (ik had tenslotte al weer meer dan 80km gefietst) werden de benen moe en verzuurden de spieren. Was ik vanochtend maar niet zo dom geweest om als een jong veulen achter twee Spanjaarden aan te gaan. Had ik maar niet de overmoed gehad een alternatieve route te kiezen. Daar werd ik nu op afgerekend. De hele rit bergop was ik boos op mezelf, maar uiteindelijk heb ik ook het bospad van een kilometer of 4 weer overleefd. Lopend wel te verstaan, tussen de pelgrims. Die zich verwonderden over die idioot in z’n gele jasje die met een vol bepakte fiets en blote benen zonder overschoenen door het modderig geworden pad ploeterde op een deel van de route waar hij niet thuishoorde……

Nog 135 kilometer tot Santiago volgens het bord hier in het bijzonder pittoreske dorp. Volgens mij zit ik nu in het Keltische deel van Spanje, want overal worden Keltische souvenirs en snuisterijtjes aangeboden. De gebouwen doen denken aan de huizen uit de stripverhalen van Asterix en Obelix: ronde hoge daken van riet over muren van hout, aarde en steen. Ik heb alleen geen everzwijnen gezien….

Weer in Noord Frankrijk

Dag 26 Virgin del Camino – Rabanal del Camino 66km

Vanochtend vanuit Virgin vertrokken. Gisterenochtend hoorde ik al dat we vandaag regen zouden krijgen en dat terwijl er aardig geklommen moest worden op weg naar Cruz de Ferro. Cruz de Ferro is de plaats waar de pelgrims iets achterlaten. Meestal een steen(tje), vaak met verhalen of boodschappen aan al dan niet overleden dierbaren. Veel emoties dus daar. Hier staat ook vaker een Nederlandse filmploegopnames te maken voor de Ikon/Rkk afleveringen van ‘De weg naar Santiago’ . Benieuwd of er morgen ook iemand staat.

Inmiddels is er door de vele jaren een heuse heuvel stenen ontstaan waar je op kunt klimmen. Dit is een must voor alle caminogangers. Gelovig of niet, het maakt niet uit. Van diverse pelgrims heb ik begrepen dat de plaats iets ‘magisch’ heeft. Vervelend is alleen dat ie zo hoog ligt 🙂 . Op 1.450 meter. Dat was eigenlijk mijn einddoel voor vandaag, maar het kwam er helaas niet van.

Dat kwam enerzijds door het weer: bij vertrek begon het gelijk te regenen. Eerst zachtjes maar later toch vervelend hard. De temperatuur schommelde een groot deel van de dag tussen de 9 en 12 graden. Ik waande me door het weer weer even in Noord Frankrijk. Brrrrrr. Verder was er nog een stevig briesje. Niet zo sterk als de afgelopen dagen, maar de combinatie van regen, wind en kou maakte de dag lastig. Temeer overigens daar ik in Saint Jean Pied de Port, vlak voor de Spaanse grens, mijn regenkleding naar huis heb gestuurd (behalve een jasje) onder het motto: met zo weinig mogelijk bagage de Pyreneeën over en in Spanje zal het wel warm zijn. Dat was niet zo’n goede beslissing. Ik miste vooral mijn rainlegs, die niet alleen de regen tegenhouden, maar ook de bovenbenen en knieën warm houden. Foutje bedankt….

Na 30 kilometer raakte bovendien het plaatje van mijn fietsschoen los, hetgeen op zich geen ramp is, ware het niet dat de schroefjes foetsie waren. Niet fijn om zonder plaatje de bergen in te gaan, al zeker niet als een voet wel en een andere voet niet in de clipsen zit. Op zoek dus naar een fietsenmaker, die ik overigens vond in Astorga (er waren er zelfs twee, ongekende luxe op de camino) en die me ook verder kon helpen. Dat gaf me ook de gelegenheid om de banden weer op 4 bar te brengen (ik heb de afgelopen dagen door de lekke banden niet op volle druk gefietst, dat blijft lastig met zo’n simpel fietspompje) en nog een paar kleine dingetjes te repareren. Voor je het weet ben je dan weer een uurtje of zo verder. Het materiaal heeft overigens veel te lijden. Ik vind het ongelooflijk dat de buitenbanden het zo goed houden. Als ik langs de N120 fiets, zo’n beetje de standaard route sinds een paar dagen, liggen er op de weg standaard kleine scherpe steentjes. Verder is het veel schakelen. Zowel met de voor- als de achterderailleur. De Sram derailleur en ketting houden zich goed. Dat zou wel eens een blijvertje kunnen zijn.

Vol goede moed sprong ik dus weer op het stalen ros, maar naarmate de dag vorderde en ik hoger in de bergen kwam en de regen maar niet wilde ophouden en de wind weer sterker werd en het steeds kouder werd en de moraal dus zakte…., besloot ik te stoppen op zo’n 6 kilometer voor Cruz de Ferro. Toch nog 66km gefietst tot op 1.170 meter hoogte.

Het landschap veranderde vanaf Astorga weer in het ongerepte Spanje dat ik inmiddels zo ben gaan waarderen. Genoeg te kijken derhalve. Dat belooft nog wat voor de komende dagen.

Morgen dus direct weer klimmen. Nog zo’n 300 hoogtemeters. Dan dalen tot 450 meter om vervolgens weer te klimmen naar 1.375 meter naar Cebreiro. Vanaf daar is het op een paar puistjes na gedaan met de Pyreneeën. Gas er op richting Santiago dus. Ik wil er zaterdag rond een uur of 3 proberen aan te komen als de chef er ook is…..

Vanmiddag heb ik nog wat gewerkt en zo dadelijk weer op zoek naar voedsel. Het dorpje is klein genoeg voor een authentiek Spaans restaurantje. Ben benieuwd. Gisteren stonden er frieten met rauwe ham en twee eieren op het menu. Typisch pelgrimseten in Spanje.

Prikweg

Dag 25 Ledigos – Virgin del Camino 89 km

Zoals altijd begin ik s’ochtends met een douche van een paar minuten om wakker te worden. Vervolgens tanden poetsen en scheren. Sinds dag 4 van de camino is daar nog een stuk verzorging bijgekomen; ik smeer mijn achterwerk in met een of andere zalf die het redelijk goed doet. In ieder geval neemt deze de ergste klachten weg.

Ook vanochtend nam ik een douche, na om 6 uur van de luidruchtig vertrekkende Amerikanen wakker te zijn geworden. Het interieur van de herberg was van de categorie nieuw oud gemaakt. Smaakvol, dat wel. In niets te vergelijken met de oude refuges in Frankrijk of de eerste paar honderd kilometer Spanje, waar de mensen in intieme refuges tijd voor elkaar maken om samen te eten en te praten. Ook in Virgin waar ik nu ben, is dat niet het geval: hier zitten de pelgrims op een grootbeeld tv voetbal te kijken. IJsland tegen Portugal. Geen details uitwisselend over de route van morgen of de belevenissen van gisteren. Of, als het zo uitkomt, over de dingen die er toe doen in het leven. Ik hoop oprecht dat het authentieke de komende dagen weer terugkomt. Hoe dan ook: het bed is goed, de slaapzaal schoon en de voorzieningen uitstekend.

De route vandaag was overigens zo’n beetje vergelijkbaar met gisteren: Lange licht glooiende wegen met stevige tegenwind. De landschappen met het typische agrarische karakter zijn uiteraard mooi met hier aan daar toch nog vleugjes van de natuur van de ruigere en minder gecultiveerde noord-oostelijke gedeeltes van de route. Onderweg zag ik ook weer diverse ooievaarsnesten op oude kerkjes gedrapeerd, maar als het weer niet helemaal meezit, is alles toch een tikje anders.

Rond een uur of 9 kreeg ik een lekker band op de grote doorgaande weg (N120). Terwijl ik eea aan het repareren was stopte een auto met twee politiemensen, die me vroegen of ik het alleen redde. Toen mijn antwoord positief was, wensten ze me een buen camino!! Vriendelijk en behulpzaam.

Onderweg trof ik ook een tweetal Franse lopers die toevallig op hetzelfde ogenblik langs een pelgrim liepen met een zeer bijzondere kar. Categorie ijskar. Ik schat een kilo of 60. De goede man (niet de jongste meer) trok het gevaarte onvermoeibaar voort. Met de twee Franse pelgrims praatte ik een paar minuten en zij lieten me foto’s zien van een ontmoeting met een nog uitzonderlijker camino karretje: Stel je voor, een ezel die een doormiddengezaagde auto (merk en type onbekend) voorttrekt met de pelgrim lopend naast de combinatie en de zwaarlijvige echtgenote slapend met hond in de kar. Geweldig.

Ook fietste ik een tijdje op met een drietal Spaanse MTB’ers van de categorie lichtgewicht (qua bepakking en bouw). In een waaiertje wel te verstaan, want het was, naar mate de dag vorderde, steeds harder gaan waaien. Op enig moment scheidden onze wegen weer. Jammer want het was lekker om weer eens flink door te trappen.

Ik merk wel dat het temperament van de automobilisten begint te veranderen. Vandaag onderweg werd er meer getoeterd dan de overige 2.200 km bij elkaar. Overigens was Leon, waar ik rondom de kathedraal op zoek ben gegaan naar een stempel voor het pelgrimspaspoort, een mooie stad met diverse gezellige pleinen en ongetwijfeld uitstekende eetgelegenheden. Helaas was de kathedraal en het office de toerisme gesloten, dus ik ben doorgefietst zonder stempel en met alleen een foto van de kathedraal en lekkere appelbroodjes 🙂

Rond een uur of half 5 kwam ik aan in de refuge in Virgin en ben me meteen gaan verzorgen. Dat had alles te maken met de inleidende tekst van deze episode; het zit zo: toen ik me vanochtend gedoucht had en wilde aankleden sprong het licht van de geavanceerde lichtschakelaar automatisch uit. Meestal gaat het licht ook weer aan als je met armen en benen begint te zwaaien, maar helaas, vandaag had ik pech. Het bleef donker. Ik wilde uiteraard wel mijn achterste verzorgen dus zocht in het zakje ‘toilettas’ naar de zalf. In dit zakje zitten diverse zaken, waaronder ook een tube prikweg. Handig voor als je gestoken wordt door muggen of bijen, maar sinds vandaag weet ik dat het minder handig is als smeersel voor een pijnlijke derrière. Ik had ook pas in de gaten dat ik iets anders gesmeerd had dan de gebruikelijke zalf toen ik onderweg aan mijn handen rook en dit toch wel verdacht veel anders vond ruiken dan de voorgaande dagen. Hoe dan ook: in het begin denk je ‘ dat zal wel meevallen’, maar ik verzeker jullie dat de prikweg vandaag alles behalve de prik weg nam. Ik was dan ook blij in Virgin onder de douche te staan om me in het licht van een ouderwetse schakelaar royaal in te kunnen smeren…..

Morgen belooft weer een pittig dagje te worden. Aan het einde wacht een klim naar 1.450 meter, de hoogste van de camino. Ben benieuwd hoe het gaat. Voornaamste factor zal ook morgen evenwel weer de wind zijn. Voorts worden er regenbuien voorspeld, dus het kan nog gezellig worden…

Ave Maria

Dag 24 Castrojeriz – Ledigos 77km

Stond het verslag over de dag van gisteren in het teken van het Camino koor, ook vandaag was er weer sprake van een muzikaal intermezzo. Ik lag gisterenavond weer vroeg op bed (een uur of 10) en had me voorbereid op weer een nachtje. Ik dacht dan ook dat ik droomde toen ik zacht over de luidspreker van de herberg het zalvende geluid van een begaafde sopraan hoorde, die met veel passie het Ave Maria zong. In het begin dacht ik in mijn slaap over het kerkkoor van vroeger te dromen (niet vreemd gezien het blog van gisteren), maar nee, we werden in de slaapzaal om 6 uur gewekt met rustige klassieke muziek. Ik moet eigenlijk zeggen dat ik werd gewekt met rustige klassieke muziek, want van de wandelaars was al niemand meer te zien. Om 6 uur s’ ochtends al op weg. Ik had gelukkig deze keer geen last van het geritsel en gefluister gehad.

In de herberg nog even gedoucht, kort ontbeten en de fiets weer opgetuigd, zodat ik ietwat aan de late kant om 8.15 weer de eerste meters maakte. Vlak en de rest van de dag ook weinig hoogtemeters. Normaal gesproken betekent dat: tempo maken. Evenwel: de lucht was grijs en er stond extreem veel wind. Was er gisteren ook al een stevige tegenwind, vandaag was er voor mijn gevoel sprake van stormachtige omstandigheden. Ik kwam dus maar moeilijk vooruit. Zelfs bergaf moest je meetrappen om een beetje vaart (ca 20 km per uur) te kunnen maken. Ik heb in totaliteit dan ook maar 77km gereden, hoewel de reistijd (ca 7 uur) anders doet vermoeden. De route was bovendien erg saai: langgerekte wegen die eeuwig tot aan de horizon leken te glooien. Mooie bloemen, dat wel. Deze keer was het koren niet met klaprozen gevuld, maar met korenbloemen die een soort van grote blauwe wolken vormden en mooi afstaken tegen het geel van het koren.

Inmiddels wordt het onderweg steeds drukker met pelgrims, dus je moet in de herbergen ook proberen in ieder geval voor een uur of 4 s’ middags aan te komen, anders loop je het risico geen bed meer te krijgen. Ik zit nu in een schone en moderne commerciële herberg met iets van 52 bedden. Er wordt aan de achterzijde bijgebouwd, dus de zaken gaan goed. Het eten (linzensoep met chorizo vooraf, vis met prei als hoofdgerecht en een flan als nagerecht) is niet verkeerd, maar wat hier jammer is, is dat er geen gemeenschappelijke eettafel is. De pelgrims gaan dus al heel snel aan aparte tafeltjes zitten en maken niet echt contact met elkaar. Vandaag was de iets grotere tafel ook volledig bezet door een groep Amerikanen. Daarom nu helaas geen verhalen van ontmoetingen met anderen. Ik vrees dat de camino naar mate dat Santiago dichterbij komt, steeds commerciëler, drukker en minder persoonlijk wordt. Tot Santiago is het minder dan 390 kilometer voor de wandelaars. Als fietser maak je minder zigzaggende bewegingen (de lopers lopen over paadjes die dan links en dan rechts van de weg lopen), dus misschien is het nog een kilometer of 350.

Ik kijk morgen wel even hoe het weer (de wind) is voordat ik besluit hoever ik ga fietsen. Ik verheug me ook weer op een mooie rit. Zo dadelijk nog even de routekaart bestuderen, het aantal hoogtemeters bekijken en dan weer lekken slapen.

Camino Koor

Dag 23 Belorado – Castrojeriz. 100km

De titel van vandaag doet misschien anders vermoeden, maar dit stukje gaat niet over een koor of over zingen. Nu heb ik wel iets met koren, want als jong ventje ben ik in een kerkkoor gaan zingen, zoals zoveel van mijn tijdgenoten. Je werd bij ons in de buurt ofwel misdienaar ofwel zanger in het kerkkoor. Beiden waren overigens moeilijk te combineren want als de pastoor de planning van de misdienaars maakte, keek hij niet of je niet toevallig ook in het zangkoor zat. Zoals ik, ik was sopraan van het type ‘ Wiener Saengerknaben’ en dus geen misdienaar. Gepassioneerd overigens, want ik zong in mijn jonge jaren altijd. Ieder dag meerdere uren. Aan tafel, onder de douche, in bed, op de wc, het maakte niet uit. Ik ben het een tijdje kwijt geweest, maar langzaam begint het zingen weer terug te komen. Zo zing ik nu iedere dag op de fiets weer een of ander lied dat me spontaan te binnen schiet. Meestal is het toepasselijk op de situatie. Vannacht kreeg ik ook zo’n associatie, maar daarover later meer.

Na gisterenmiddag vooral wat gehangen te hebben, verheugde ik me al weer op de komende rit. Deze keer had ik me goed voorbereid. Dus geen omwegen meer en vooraf de moeilijke punten bekijken om weer snel de goede weg op te kunnen pakken.

Eerst moest ik nog de nacht doorkomen. De laatste dagen lijkt het wel of ik steeds minder slaap nodig heb. Vroeg slapen, maar rond een uur of 3 wordt ik wakker om dan weer pas rond 4 uur in te slapen. Om 5 uur zetten de eerste wandelaars hun wekkers, dus uitslapen is er niet bij. Vannacht werd ik al rond een uur of 2 wakker en wel door het gesnurk van de Amerikaanse naast me (erg mannelijk geluid overigens) die nogal zwaar werd ondersteund door iemand die een bed verder op de benedenverdieping lag te ronken. Dat waren de basistonen van vannacht. Deze twee werden ondersteund door enkele vrouwelijke snuksters, die overigens iets subtieler zijn met de decibellen en een man die met enige regelmaat inviel, maar dan weer heel snel uitviel. Het leek wel of hij zijn tekst kwijtraakte. Een soort van Maurice dus, die ons ieder jaar weer bij het mannenskiweekend in het Kleinwalzertal verrast met een live gezongen lied waarvan hij al jaren (met of zonder ondersteuning van de uitgeprinte tekst) steevast ergens onderweg de tekst kwijtraakt. Daar moest ik vannacht aan denken.

Ergens tijdens deze gedachten viel ik overigens ook weer snel in slaap, met als zeer waarschijnlijk gevolg dat ik het koortje subiet enige tijd heb versterkt.

Vanochtend was het toch weer vroeg opstaan en na het rituele inpakken en wegwezen begon de dag al vroeg met een klim naar 1.156 meter. Ik liet me onderweg weer door de gps verleiden om een afkorting te pakken en kwam vervolgens prompt in een doorlopende straat terecht. Via een bosweg wist ik toch weer de doorgaande weg te bereiken, maar ieder keer dat zoiets gebeurt, kost het veel energie. Na een kilometer op 30 geklommen te hebben kwam ik op een soort van plateau aan, met kleine hoogteverschillen. Doorrijden dus, dacht ik, maar dat viel door de stevige westenwind heel erg tegen.

Aan het einde van de dag raakte ik toch weer op een of andere wijze de weg kwijt. Ik vroeg daarom aan een vriendelijk ogende Spanjaard in the middle of nowhere, waar de weg naar Castrojeriz liep. Ik bleek voor zijn huis te staan, waar op zondag standaard de hele familie naar het ouderlijk huis komt om met veel eten en drinken samen te zijn. Ik kreeg spontaan een koud bier aangeboden. En hoewel de afstand tot de eindbestemming nog maar 10 km was, en doorrijden dus erg aantrekkelijk leek, besloot ik het aan te nemen. Inmiddels was het kwik, ondanks de bewolking namelijk danig gestegen en een koud biertje is nooit weg. Voor ik het wist was de hele familie verzameld (drie kleinkinderen, de dochter met de schoonzoon en de broer met zijn zus en vader en moeder) en zat ik daar aan een lekker koud biertje Spaans te praten, hetgeen me beduidend minder goed afgaat dan Frans. Op enig moment kwamen de koude en warme hapjes op tafel en even vreesde ik door deze explosie van gastvrijheid mijn refuge te missen, maar uiteindelijk kon ik na een uurtje of zo weer vertrekken zonder onbeleefd te zijn. Dit overigens niet nadat mijn fiets door alle aanwezigen uitgebreid was bekeken en bediscussieerd. De kinderen waren vooral in hun nopjes met het ouderwetse toetertje van Ilona en Niek, de mannen keken richting techniek en friemels en frutsels die op het stuur gemonteerd zitten. Ik liet het maar even gebeuren, overweldigd door zoveel warmte en gastvrijheid.

Vanavond hebben we met een pelgrim of 8 gegeten in de refuge die Ultreia heet. Ultreia is een soort van kreet die door pelgrims werd gebruikt om elkaar vooruit te roepen. Letterlijk betekent het zoiets als ‘laten we voorwaarts gaan’. Het eten was niet slecht (vooraf een waterig soepje met veel vermicelli, als hoofdgerecht goed gebraden kip met salade en toe een ijsje uit de supermarkt. Ik betrap me er op verwend te raken…), maar na het eten kregen we een rondleiding door een deel van een 12 km lang verdedigingswerk van het tot een ruïne verworden lokale kasteel. De verdedigingswerken die deels stammen uit de eerste eeuw na chr. zijn zo’n beetje zonder uitzondering uitgebouwd tot wijnkelders. Schitterend mooi om te zien. Foto’s volgen nog.

Het is nu alweer tijd om het bed op te zoeken en te proberen te gaan slapen, Eens kijken of we vannacht weer een Camino koor samengesteld krijgen. Aan de hoeveelheid wijn bij het eten zal het niet liggen…..

Ooievaars

Vandaag dus een rustdag, hoewel ik erg vroeg wakker was (om een uur of 5, voor de wandelaars!!!). Ik heb de tijd goed besteed door te werken (ontspannend) en de route die ik ga afleggen en heb afgelegd nogmaals te bekijken.

Het blijkt dat ik gisteren een enorme omweg heb genomen (met dank aan de kaarten op mijn GPS van openstreetmaps) om hier te komen. Vanaf morgen ga ik dat beter plannen door het routeboekje te volgen. Ik heb sowieso moeite met het vinden van de goede weg bij het verlaten van een grotere stad. Mijn navigatie weet altijd de weg, maar af en toe met voor mij onverklaarbare omwegen. Interessant, maar alleen als het ook gewenst of gepland is.

Vanmiddag ben ik een stukje gaan wandelen. De refuge bevindt zich in de buurt van twee hele oude kerkjes. Aan een van de kerkjes is een trapvormig geveltje gebouwd (ja, zo’n geveltje als uit de al eerder aangehaalde film van Ennio Morricone met Charles Bronson – ik leer het nog wel Thieu-), waarop 4 ooievaarstellen zich hebben genesteld. In Nederland zie je alleen kunstmatig gemaakte nesten op hoge palen als je geluk hebt. Hier nestelen de dieren zich zelf in grote slordige nesten zoals dat heeeel veel jaren geleden bij ons ook gebruikelijk was. Overdag, maar vooral s’ avonds hoor je het geklepper van hun snavels en af en toe komt een stelletje overgevlogen. Mooi hier, als je er oog of oor voor hebt, maar dat had ik gisteren al geschreven.

Ik zit nu nog na te genieten van het eten. Vandaag had ik als voorgerecht een soort van bruine bonensoep met chorizoworst. En uiteraard brood, want bij alle gangen wordt brood gegeten. Ik dacht dat ik kip had besteld (cicorino of zoiets), maar het was een wintersoepje. Grote borden voedzaam eten. Helaas was de paella op. Als hoofdgerecht waren er varkenslapjes met frietjes en toe een ijsje. Het is maar goed dat ik morgen weer de prairie op mag. De dag begint morgen overigens met een stevige klim naar 1.200 meter. De hoogste berg tot nu toe en de op een na hoogste van de trip. Het gaat volgens de tekeningen redelijk geleidelijk. In ieder geval zal ik de bruine bonensoep boven wel weer kwijt zijn……

Vandaag waren er naast mij nog twee fietsers die ik al eerder tegen ben gekomen. Eindelijk. Door de rustdag hadden ze me weer ingehaald. Aan tafel was het weer een bont gezelschap van Engels sprekende Spanjaarden (een zeldzaamheid), een Belg, een Amerikaanse met grote blaren op de voeten (ze slaapt in het bed naast me) en een Francaise (ze slaapt in het bed boven me). Ik bevindt me dus in goed gezelschap, zullen we maar zeggen. Je moet hier als man, maar vooral als vrouw niet te pietluttig zijn. Ook moet je goed opletten. De Amerikaanse had de blaren op haar hakken doorgeprikt en de naald in ‘mijn’ gangpad gelegd. Het is nogal donker in de refuges overdag (ramen zijn gesloten en het licht is uit, want er slapen ook veel mensen s’ middags), dus ik was blij dat ik de naald tijdig op de grond zag liggen. Voor hetzelfde geld….

Verder is er ook een Maastrichtse fietser, die in Nijmegen woont, gearriveerd. Ik heb hem ook al in Saint Jean Pied de Port ontmoet (we hebben toen foto’s van elkaar bij de Porte Saint Jacques genomen), maar helaas heeft hij niet hier meegegeten. De meeste pelgrims gaan het dorpje in om te eten. De lokale bevolking is er erg blij mee, want ondanks de lage prijzen voor slapen, eten en drinken drijft de hele gemeenschap op onze aanwezigheid. Economie. Zo kun je ook wat teruggeven voor de vele cadeautjes die je onderweg krijgt. Zoals vandaag de ooievaars…….

Rioja

Dag 21 Torres del Rio – Belorado 114 km

Vannacht redelijk geslapen, maar het blijft wennen aan de vroege wandelaars die al om 5 uur beginnen te rammelen met de uitrusting. Uiteindelijk ben ik om even over 6 opgestaan en om 7.15 op de fiets gestapt, maar niet eerder dan nadat ik een grote koffie, vers geperst sinaasappelsap en een omelet met stokbrood had verorberd.

Wat leuk was, was dat ik onderweg een aantal wandelaars tegenkwam waar ik gisterenavond mee gegeten heb. Ik heb kort nog even met het Amerikaanse meisje Savannah gesproken die me bedankte voor de vertaling van gisteren en benadrukte dat ze het een hele waardevolle avond had gevonden.

image

Vandaag scheen de zon in tegenstelling tot gisteren (40 graden) niet. Gelukkig overigens want ik koos er voor om niet de officiële route te nemen, die over de grote doorgaande weg N120 voert, maar door de Rioja streek te fietsen. Even lang, maar veel mooier. Nooit geweten dat Spanje zo mooi was. Het landschap was afwisselend goud van kleur (korenvelden met heel veel donkerrode klaprozen) afgewisseld met het groen van de bossen. De route die ik na de eerste 20km volgde liep via de Rioja streek, met oude wijnstokken en heel veel bergen. Bergop, bergaf, maar lekker rustig en ondanks de hoogtemeters goed te doen.

Ik had gepland zo’n 100km te fietsen, maar het werden er uiteindelijk 114. Dit om in Belorade te komen, een iets groter dorp met alle voorzieningen en diverse refuges met avondeten en ontbijt. Ik heb namelijk geen zin meer om ergens terecht te komen waar je nog met veel geluk in de lokale minimarkt een magnetron maaltijd te pakken kunt krijgen die nergens naar smaakt, als je voor 10,- een driegangenmenu (vandaag: voorgerecht; paella, hoofdgerecht; vis met frietjes en als nagerecht een soort van zelfgemaakte vanillevla, met rode wijn om alles weg te spoelen uiteraard) kunt eten. De bediening was erg vriendelijk en de sfeer ook. Ik had vanmiddag een biertje gedronken met Johan, een 60 jarige Oostenrijker die een paar weken geleden twee oudere dames uit Heilbronn is tegengekomen met wie hij sindsdien optrekt. Zij zaten gedrieën een tafel naast ons. Ik zat aan tafel met Thomas, een fietser afkomstig uit Borgloon (Belgisch Limburg), die grotendeels dezelfde route als mij heeft gevolgd, alleen een paar dagen later. Het is de eerste fietser die min of meer dezelfde dagelijkse afstand als ik fiets. We kwamen tot de ontdekking dat we in heel veel dezelfde refuges overnacht hebben en wisselden ervaringen uit. Verder kwam er nog Franssprekende man uit Ticino naast ons zitten en zat er een Braziliaanse man aan tafel, die evenwel nauwelijks een woord heeft gesproken. Het zal de taalbarriere wel zijn…

Ik heb voor het eten even gekeken naar de routeplanning voor de komende dagen en ben me rot geschrokken: Santiago is circa 500km ver en de route is, op een dag na, goed te doen. Als ik me kwaad maak kan ik er in 4 dagen zijn, maar 5 dagen is zeker realistisch. Dat zou willen zeggen dat ik al de 15de of 16de in Santiago ben. Veel te vroeg, want er is daar, behalve de camino, weinig te doen. Even temporiseren dus en misschien morgen een rustdag nemen. Kan ik ook nog een beetje werken. Hopelijk kan ik dan in de refuge blijven. Normaal mag dat niet…..

Verder was vandaag een normale dag met weinig echte camino dingetjes. Mooie natuur en bijzonder grote bodega’s op de weg (het gaat goed met de wijn productie in Spanje) . Een prima fietsdag. Te goed eigenlijk kijkend naar het aantal kilometers…